Algemeen.
Alvorens de supervisie begint, is er een kennismaking en bespreken we de doelen en wensen die de supervisant heeft. Tijdens dit gesprek wordt verder besproken:
- Is de vraagstelling/leerdoel van de werker supervisabel of is het wenselijk dat de werker een ander traject bewandelt?
- Het aantal zittingen (in geval van registratie voor de beroepsgroep is de norm (LVSC) minimaal 10 zittingen)
- In geval het een instellingssupervisie betreft: wat en op welke manier er naar de instelling gerapporteerd wordt.
- Op welke manier brengt de supervisant materiaal in voor de supervisie en op welke manier wil hij of zij er verder mee aan het werk gaan.
- Frequentie, evaluatie en afsluiting van de supervisie.